donderdag 27 oktober 2011

Wat ik mis (4)

Rokerij Schaap, bijgenaamd De Krul, voor de lekkerste gerookte vis. Zo'n adresje, waarvan er nog maar heel weinig zijn.

Weggejaagd uit de Schoolstraat, na ruim honderd jaar.
Alsof je het openluchtmuseum binnenstapte. In een andere tijd. Lage balken, zwart en vet. Tonnen op de dam en volgevreten katten. Hangen waarin je door de damp het mot zag smeulen. Rekken vol versgerookte bokking en makreel. Om een uur of vijf, nog warm in een krant, gauw naar huis, lekker eten, met een kopje thee erbij.

Weggejaagd van de Haringkade, na weer zoveel jaar.
Geen openluchtmuseum meer, maar verder nog alles hetzelfde.

Het dorp van de vis. Je ziel verkocht, het hart eruit gesneden. Straks is het allemaal van steen.

vrijdag 21 oktober 2011

Rosslyn Chapel (2)


We waren weer even in Rosslyn Chapel. Bij schitterend mooi weer, op een zondag in oktober. De kerk ging net uit. Binnen op een zijbank troffen we een lieve kat, die de hele dienst had meegemaakt en nu heerlijk lag bij te komen in de verwarmde ruimte. Buiten liepen wichelroedelopers. Je beleeft nog eens wat, in het land van de heksen, de draken, de trollen en de eenhoorns.
We mochten ze ook zelf even vasthouden, de L-vormige metalen pennen. En het was waar. Het was waarachtig geen sprookje wat de wichelroedelopers ons vertelden. Ik heb dat zelf kunnen waarnemen.
Liep je van zuid naar noord langs de hoofdingang van de kapel, dan sloegen de pennen, die eerst nog duidelijk noordwaarts waren gericht, opeens uit naar het westen en oosten. Ze draaiden zich in je handen, zonder dat je die handen bewoog, of zonder dat je er op een andere manier invloed op uitoefende. Liep je verder en kwam je voorbij de deur, dan richtten de pennen zich weer naar het noorden. De beweging die de pennen maakten, werd veroorzaakt door magnetische velden, door energiebanen.


In 1921 ontdekte de Britse amateur-archeoloog Alfred Watkins dat oude kerken en andere plaatsen van historisch belang, zoals menhirs, steencirkels, grafheuvels, heilige bomen en kloosters, in rechte lijnen met elkaar verbonden waren. De lijnen bestonden uit voetpaden. Sommige van deze paden, die gezien kunnen worden als de eerste, prehistorische handelsroutes, dateren van 7.000 tot 6.000 voor Christus. Watkins noemde de lijnen ley-lines, omdat in de plaatsnamen die door de lijnen verbonden werden, vaak het begrip of woorddeel 'leah' voorkwam. Een leah, of ley, is een plek in de luwte, een plek die bescherming biedt, letterlijk een beemd, een weide, of een open plek in het bos.


De theorie van de ley-lines is uiterst omstreden, maar wat de geleerden er ook van vinden, onze middag kon in ieder geval niet meer stuk. Weer konden we een verhaal toevoegen aan alle verhalen en mysteries die er al over het kerkje bestaan. Ook hier, bij Rosslyn Chapel, liep zo'n ley-line, van oost naar west, dwars door het altaar en het hoofdgangpad en de hoofdingang en dan door over de Pentland Hills, over een pad van misschien wel duizenden jaren oud. Dat had de wichelroede overduidelijk aangetoond. Echt een 'duivels' instrument!

donderdag 13 oktober 2011

Opinel

Frankrijk, zomer 1985. Zoveel sardines heb ik nog nooit bij elkaar gezien. Het water zit er vol mee. Hele scholen zwemmen door elkaar heen. Het is het water van de haven van Douarnenez, in het uiterste westen van Bretagne. Langs de kade rijen hengelaars, mannetje aan mannetje. Achter ze, in de schaduw, tegen de muren van de pakhuizen en de conservenfabriek, bakken met vissenkoppen, kabeljauwkoppen. Daar snijden ze het aas uit, kleine plukjes, om de sardines mee te vangen. Plukje aan het haakje, uitwerpen en... beet! Achter elkaar. Je hoeft de lijn alleen maar in zo'n school te mikken.
Bijna allemaal gebruiken ze hetzelfde mes, een zakmes met een houten heft. Wat een mooi mes! Zo'n mes wil ik ook!



Die middag koop ik een Opinel No. 8. De meest gangbare maat. Het merkteken op het lemmet bestaat uit een hand met een kroon erboven: 'la main couronnée'. De Opinel is een eenvoudig herdersmes, voor het snijden van brood en kaas en wat niet al.


Op het uiteinde van het heft zit een kleine uitstulping, waarmee je, als het mes nog nieuw is en niet zoveel gebruikt, een tik op de tafel kan geven, waardoor het lemmet een beetje naar buiten komt en je het daarna verder uit kan trekken. Knap gevonden. Nog zo'n knappe vinding is het 'virobloc', waarmee je het lemmet blokkeert. Als het mes nieuw is, heb je dat eigenlijk nog niet nodig. Maar als je je Opinel inmiddels 26 jaren in je bezit hebt, is die blokkering wel belangrijk. Het lemmet gaat dan wat losser in het heft zitten. Goed beschouwd heb je de uitstulping dus vooral in de eerste jaren nodig en het virobloc in de jaren die volgen.


In al die jaren heeft het mes me goede diensten bewezen en is het overal mee naartoe geweest, op alle reizen, waar ook ter wereld, ook al is het op en top Frans. Net als de Laguiole, dat mes met een insect op het heft waarvan de angel doorloopt op de bovenkant van het lemmet. Toppunt van elegantie, die Laguiole, in vele varianten te koop, met heften gemaakt uit de mooiste soorten hout (walnoot, palisander, olijf, jeneverbes, buxus, eiken, pistache, enz.) of hoorn of been en altijd een roestvrijstalen lemmet.
Dat roestvrijstalen lemmet kreeg je pas veel later ook bij Opinel. Maar ik prefereer van dit eenvoudige mes nog de originele variant, die kan roesten. Want het mooie namelijk is, dat dat niet gebeurt. Als je het maar de juiste behandeling geeft. Het enige waar het mes om vraagt, is dat je er af en toe eens knoflook mee snijdt, of een vette Franse kaas of worst. Al dat snijden van al die, uiteraard ook weer Franse producten levert een mooi patinalaagje op. En door er steeds maar weer mee te snijden, scherpt het mes zichzelf, slijp je er steeds een microscopisch dun laagje ijzer af. Als je het goed gebruikt, op een houten snijplank, hoef je het nooit te slijpen. Een roestvrijstalen mes wordt bot, maar mijn mes is al 26 jaar ongeslepen scherp!

Meer lezen? Ga dan naar www.opinel.com of www.laguiole.com.

zondag 9 oktober 2011

Hondje

't Hondje noemen ze hem, die agent die hier altijd bonnen staat uit te schrijven. Hoe hijgerig en fanatiek hij achter je aan fietst als je net het groene licht niet meer gehaald hebt en door rood rijdt. Eén keer heeft-ie me te pakken gehad.

Kijk, daar staat-ie weer, met z'n fietsje aan de hand en z'n helmpje op z'n hoofd. Fluitje in z'n mond, voor als je niet op tijd stopt.

Verbeten blik. En als het groen is alvast bonnen vooruitschrijven.