vrijdag 27 juni 2014

Willem Frederik Hermans op het strand van Katwijk

W.F. Hermans op het strand van Katwijk ± 1929

'Aan het strand mochten wij hoogstens onze kousen en schoenen uittrekken.
Van zwemmen leren was voorlopig geen sprake.'*

In Fotobiografie van Willem Frederik Hermans vond ik een foto van de schrijver op het strand, samen met zijn zus en ouders en nog een stel. De foto is van voor de oorlog en ik schat dat Hermans een jaar of acht is. Wie goed kijkt, ziet dat het het Katwijkse strand is, met op de achtergrond de villa's 't Waerle en Hoogcate, waar Juliana later woonde, en verder weg villa Allegonda, van architect J.J.P. Oud, het tegenwoordige Hotel Savoy.

* Willem Frederik Hermans, Fotobiografie. Amsterdam, Thomas Rap, 1969, pp. 118-119.

zondag 22 juni 2014

Vliegeren


Vliegeren, hoelang had ik dat nou al niet gedaan?

En ik zat te zoeken naar dat liedje, dat liedje over die vlieger, maar dat liedje wilde ik niet. Want wat me het eerst te binnen schoot was dat liedje over dat ballonnetje, dat ballonnetje dat danst in de lucht.

vrijdag 20 juni 2014

Bit


Toen er een stuk kies afbrak, ben ik er meteen mee gestopt, met het dragen van m'n bit.

Het bit moest ervoor zorgen dat ik minder apneus zou hebben. Bij een apneu stop je als je ligt te slapen met ademhalen. Meestal duurt dat 15 tot 30 seconden maar het kan ook langer duren, tot wel een minuut. Bij mij gebeurde dat ongeveer 17 keer per uur.

Als je aan een slaapapneusyndroom lijdt, krijg je 's nachts te weinig zuurstof. Daardoor ben je overdag heel moe en kan je zomaar in slaap vallen. Bijvoorbeeld tijdens het autorijden. Bij mij gebeurde het soms tijdens een vergadering of op een verjaardag. Ik moest dan naar buiten voor frisse lucht om weer wakker te worden en aan de gesprekken te kunnen deelnemen.
Als je 30 keer per uur een apneu hebt, wordt het gevaarlijk. Er komt dan te weinig zuurstof in je bloed. Om dat te compenseren gaan je aderen andere stoffen aanmaken, wat weer slecht is voor die aderen, en voor je hart.

Om het aantal apneus te verminderen, kun je je in het ziekenhuis een beugel laten aanmeten. Dit mandibulair repositieapparaat, zoals de beugel officieel genoemd wordt, zorgt ervoor dat je onderkaak naar voren geduwd wordt en daarmee ook je tong, waardoor je luchtpijp niet meer afgesloten wordt en er meer zuurstof richting je longen kan stromen.

Toen ik de beugel een paar weken inhad, had ik inderdaad het idee dat ik me wat fitter was gaan voelen. Maar dat bleek suggestie. Want toen ik de boel na drie maanden liet nameten, bleek het aantal apneus niet verminderd. Ik moest het nog maar even proberen. De beugel werd weer wat bijgesteld, waardoor de onderkaak weer wat meer naar voren kwam. Misschien hielp dat.
Tot ik 'm een keer 's ochtends uitdeed en die kies afbrak – de beugel zit met ijzeren draadjes om je kiezen vast.* Toen ben ik er helemaal mee gestopt. En heb ik de beugel nooit meer aangeraakt. Alleen nog voor de foto boven dit stukje.

Wat volgens mij echt helpt tegen slaapapneus is minder eten en meer sporten, maar voor dat laatste heb ik geen geduld.

* Over het effect op de kiezen (en tanden) waren de doktoren nooit erg duidelijk. Als ik er wel eens naar vroeg, zei de eerste dokter die ik in het ziekenhuis meemaakte altijd dat een gebit dat makkelijk aankon, maar een latere dokter was minder stellig in zijn antwoord: 'Door de druk die er op de kiezen wordt uitgeoefend verandert er natuurlijk best wel het een en ander aan het gebit. Dat houdt een gebit geen tien jaar vol.' Dat laatste kan ik inderdaad beamen: wat ik er in ieder geval aan over overgehouden heb sinds ik het ding niet meer inheb, is een knakkende linkerkaak als ik op m'n eten kauw.

dinsdag 17 juni 2014

Goedgekeurd


Zorro staat er helemaal achter, dat we zelf brood gaan bakken. Ook al is er niets voor hem bij helaas, vanwege z'n dieet, maar die versgebakkenbroodlucht straks, waarmee je wakker wordt, dat ziet ie helemaal zitten.

zaterdag 14 juni 2014

Een salto van de silo


De molens draaiden overuren, om al het meel te malen waarmee de silo op de boulevard gevuld moest worden. Ondertussen is het dringen bij het winkeltje onder aan de silo.

De silo is hét centrale punt waar de mensen met hun emmertje om meel kunnen. 'Doe er wat op als het waait, want er kan een straf windje staan hier aan de wurf!' aldus de man met de bolknak, de lokale exploitant van de silo, die met wurf blijkbaar de boulevard bedoelt. 'Ja, het loopt hier storm, en je wil toch ook geen zand in je meel hebben, uit de zeereep vandaan. Dat knarst zo tussen je tanden. Hoewel, het schuurt ook de maag, heb ik me laten vertellen, en da's weer goed voor de spijsvertering. Maar toch, mensen, ik adviseer u, als u hierheen komt, neem een dekkelesje mee.' Daar bedoelt de goede man natuurlijk die deksel mee die je op je emmer moet doen. 'Het wordt hier een feest, straks met die duikplank, dat als je hier dan onder aan de silo bij het winkeltje staat, dat er dan een salto door de lucht gedraaid wordt, heel hoog, een salto van de silo. Ja, dat zal nog voor heel wat luchtverplaatsing gaan zorgen. Ook daarom, beste mensen, vergeet je dekkelesje niet mee te nemen!' Hij bedoelt weer die deksel. 'Veel last van opspattend water zal je niet hebben, als de duiker in kwestie de zae beroert.' Zae is het lokale woord voor zee, heb ik van de omstanders begrepen. Maar verder is de man goed te volgen. Ze hebben dat oude taaltje dat hier vroeger gesproken werd er goed bij hem uit geslagen. En nu de oude toren door de silo vervangen is, zal hij ook de rest van die goeie ouwe tijd wel gauw vergeten zijn. Dat is met het oude politiebureau gelukt, waar een moderne Albert Heijn voor in de plaats gekomen is, en met het gast- en weeshuis, waar hippe bejaardenwoningen voor teruggekomen zijn. Ja, er is wat loos in dat dorp.

De man met de bolknak, in het winkeltje onder aan de silo.

Het voordeel van zo'n silo is wel, dat je er nog wat aan hebt ook. Want, zoals gezegd: het loopt storm. Ja, ze hebben zelfs speltmeel, heb ik me laten vertellen, ook al zo'n rage. Er staat een dikke rij voor het winkeltje. 'Je mot een nummertje trekken!' hoor ik een oudere dame met een knot roepen als ik langs de rij loop. Met mot zal zij moet bedoelen. Net als bij de uitbater van de silo, de man met de bolknak, mankeert er bijna niets meer aan haar spraak.

De ambtenaren hebben hun werk goed gedaan. Het zal wat zweetdruppels gekost hebben, maar waar ze op hebben zitten broeden, is uitgekomen: het ei van Columbus. De silo aan de boulevard van Katwijk aan Zee is inmiddels een toeristische attractie van jewelste geworden. De rij voor het winkeltje onder aan de silo zigzagt zich om de kerk en om het waterkunstwerk daarachter, door de Princestraat de boulevard op bij het hotel met de twee vlaggen hoog in de lucht, dan noordover – je blijft daar op de stoep aan de kant van het dorp – tot aan de watering, de uitloper van de Oude Rijn, en nog verder, de parkeerplaats bij de Noordduinen op, om dan weer via de smalle engte van de weg over de watering, via de stoep, maar nu aan de zeekant van de boulevard, terug te slingeren, langs de silo en dan om de vuurtoren heen en dan weer terug over de stoep aan de dorpskant tot bijna bij de silo zelf. Dat is handig als je bij de silo aankomt en een nummertje moet trekken, want je kan gelijk in de rij aansluiten. Het einde van de rij bevindt zich namelijk iets ten zuiden van de silo, ongeveer ter hoogte van het huis van de dominee. Je sluit aan, of je wil of niet, want je wil dat meel, dat wereldberoemde en wereldvermaarde meel van Katwijk Meel NV. Niet wetende dat je voor je bij het winkeltje onder aan de silo bent – je ziet het winkeltje en de mensen die vooraan staan gewoon vanaf je achterste plaats in de rij die je inmiddels ingenomen hebt, dat is nog het ergste – niet wetende dus, dat je dan die hele zigzagroute nog moet afleggen om de kerk en om het waterkunstwerk daarachter, door de Princestraat de boulevard op bij het hotel met de twee vlaggen hoog in de lucht, dan noordover – je blijft daar op de stoep aan de kant van het dorp – tot aan de watering, de uitloper van de Oude Rijn, en nog verder, de parkeerplaats bij de Noordduinen op, om dan weer via de smalle engte van de weg over de watering, via de stoep, maar nu aan de zeekant van de boulevard, terug te slingeren, langs de silo en dan om de vuurtoren heen en dan weer terug over de stoep aan de dorpskant tot bijna bij de silo zelf.
Het geduld van de mensen, ja, je kunt je er geen voorstelling van maken. Geen onvertogen woord, komt er uit de rij. Neen, de opgetogenheid die zich hier van de mensen heeft meester gemaakt is ongekend. De blijheid die er van de gezichten straalt, telkens als er weer zo'n salto van de silo gemaakt wordt...

Wat? Ja? Want ja, ondertussen is de duikplank dan ook nog in gebruik genomen. Het zijn een stelletje doortastende ambtenaren hier in het dorp. Ze laten er geen gras over groeien. Na de silo is daar plotsklaps ook de hoogste en langste duikplank van Europa!

De lucht van zweet verried al hoe warm het binnen was. Ik haastte mij de trappen van het gemeentehuis op en de deuren zwaaiden open. 'Wat is hier allemaal loos? Vanwaar die haast?' vroeg ik het groepje ambtenaren dat had zitten broeden op de duikplank. 'Jullie hebben het al zo druk met van alles en nog wat. Er is soms geen touw meer aan vast te knopen waar jullie allemaal mee bezig zijn. Van het Cultuurhuis tot de knip in de Tramstraat. Grandioos gewoon. En jullie weten waar je het voor doet allemaal. Da's nog het mooiste. Voor de mensen!'
De ambtenaren namen me mee naar een zaal van het gemeente huis en zetten de beamer aan. 'Nou begrijp ik waarom jullie zo zweten.'
Wel gewend aan dit soort opmerkingen stak de ambtenaar van wal. 'Kijk, u moet het zo zien. Door het almaar stijgende zeewater wordt een salto van de duikplank steeds korter.' Met salto bedoelde hij de boog die de duiker aflegt. 'Kijk, nu is die salto nog zo'n driehonderd meter, maar over enige tijd, precies weten doen we dat niet, dat is aan de mensen die er verstand van hebben, maar, zoals gezegd, over enige tijd, als het water hoger komt, kan die afstand zomaar vijftig meter minder zijn. Dat ziet u op het volgende plaatje, waarop de duiker veel sneller het wateroppervlak raakt dan op het eerste plaatje.'

Door het stijgende zeewater is de duiksprong op het rechterplaatje
50 meter korter dan op het linkerplaatje.

Ik was verbijsterd. 'Dus vandaar die haast?'
'Vandaar die haast. Wij ambtenaren gunnen de mensen hun pleziertjes. Want bij meel alleen kunnen ze niet leven. En, beste man, wij staan niet stil, wij zijn alweer op een volgend plan aan het broeden. De ruimte tussen de silo en de plek waar de duiker het water beroert, daar zullen straks schapen grazen, honderden, wat zeg ik, duizenden schapen.' Schapen? Mij schoot meteen dat gezegde van de broeders en de hoeders te binnen. Maar de ambtenaar nam rustig de tijd en ging verder met zijn verhaal: 'Er is daar in de afgelopen tijd met de opwerping van de kustverdedigingswerken, de zogeheten 'dijk in duin', een enorm begrazingsgebied ontstaan. De schapen die wij daar straks zullen inzetten, leveren de wol, voor als het 's winters koud is en, niet onbelangrijk, zij zijn de laatste vertegenwoordigers van de zogenoemde 'blatende aa' die hier van oudsher gesproken werd en die klonk als een lange è.* Met deze uitleg, genoeg voor een avondvullend programma, verliet ik het gemeentehuis.

* 'Blatende aa' is een term van de taalkundige Johan Winkler (1840-1916), die de Katwijkse ae al in de 19e eeuw zo aanduidde.

maandag 9 juni 2014

Silo

Oude Kerk, Katwijk aan Zee, juni 2014
De graansilo, die voor toren in de plaats is gekomen.

Broodbakken is weer helemaal in, en daar hebben ze hier, in de gemeente Katwijk meteen op ingespeeld. De toren van de Oude Kerk, de bekende witte kerk aan zee, is in de afgelopen weken omgebouwd tot graansilo. 'Zoveel ruimte was er niet meer in het oude dorp en dit biedt nu een mooie gelegenheid om aan de vraag naar meel te voldoen,' zegt een woordvoerder van de gemeente. Vrachtwagens van de meelmaalderijen rijden ondertussen af en aan om van de nieuwe opslag gebruik te maken en ook de bakkers zijn er blij mee.

De Oude Kerk is een oude kerk. De muren van de kerk zijn in de loop der eeuwen vol met zout gewaaid, zout uit de zee. Zout dat er niet uit kon. Om het zout eruit te krijgen hebben ze vijf jaar geleden de oude verflaag van de muren gehaald. Zo konden de muren weer ademen en langzaam ontzilten. Het kerkgebouw is ondertussen alweer drie jaar wit geverfd en nu, na nog meer jaren wachten, zou eindelijk de toren aan de beurt komen. De mensen werden dat wachten een beetje beu. Waarom moest dat allemaal zo lang duren? Dat was toch geen gezicht: een kerk die al wit was, maar de toren die bij de kerk hoorde nog niet? Tot een paar weken, toen er plotseling die silo stond, op de plek waar eerst de toren stond. Het gebeurde allemaal zo snel en onverwacht.

Oude Kerk, Katwijk aan Zee, juni 2014
De trap aan de zuidkant van de silo. Nu de duikplank nog.

Een groepje ambtenaren heeft er jaren op zitten broeden hoe de toren economisch rendabel te maken. Omdat de toren van de gemeente is, kan ze ermee doen wat ze wil.* Besloten werd de toren af te breken en er een graansilo voor in de plaats te zetten. En toevallig was die al wit, net als de rest van het kerkgebouw. Verven was niet meer nodig. 'We waren er in één klap vanaf!' roept de woordvoerder van de gemeente met een opgeruimd gezicht. 'Alleen dat was al een enorme winst. En met het idee van de graanopslag die er voor de toren in de plaats gekomen is, zou ik zelfs durven spreken van een win-winsituatie! We onderzoeken nu nog of we bovenin aan de voorkant van de silo een duikplank kunnen aanbrengen. Dat wordt dan de hoogste en langste duikplank van Europa. Daarvoor zijn die trappen aan de zijkant van de silo. We kijken nog naar de haalbaarheid van dit plan, omdat voor een veilige duik in zee een afstand van minstens driehonderd meter moet worden overbrugd. Maar ik heb goede hoop dat het allemaal gaat lukken. We hebben hiervoor een specialistisch bedrijf in de arm genomen.'
Ondertussen gaan de kerkdiensten in het kerkgebouw gewoon door. 'Wij bijten elkaar niet,' laat de woordvoerder nog weten. 'Uit respect voor het gebouw hebben we er speciaal voor gekozen om een oud model graansilo neer te zetten, zoals die in de graanstreken van Noord-Amerika gebruikt wordt. Trouwens, dat hele idee van een graanopslag is zo gek nog niet. Want zoals we allemaal weten, heeft deze kerk vroeger al een keer dienstgedaan als rederij.'**

* De Oude Kerk heeft twee eigenaars: de toren is van de gemeente, het kerkgebouw zelf is van de Kerk. Een ietwat vreemde maar soms ook handige constructie, zoals de gebeurtenissen van de afgelopen dagen aantonen.
** De NV Reederij Katwijk aan Zee. Na de bouw van de Nieuwe Kerk, fungeerde de Oude Kerk van 1890 tot 1920 als rederijschuur. De Nieuwe Kerk was toen groot genoeg om het aantal kerkelijke gemeenteleden te kunnen herbergen. Het groeiend aantal gemeenteleden maakte dat de Oude Kerk na 1920 weer een kerk werd.

zaterdag 7 juni 2014

Naar de Stones

kaartje Rolling Stones 4 juni 1982

Kijk, het kaartje heb ik nog. Daar stond je dan bij de VVV voor in de rij, onder aan de vuurtoren.


Ik vond er ook nog een filmpje van, van dat concert, op YouTube.

dinsdag 3 juni 2014

Mooi Friesland (1)


Het afgelopen lange weekend was ik in mooi Friesland. Bij Wil en Arris. En terwijl Arris oefende op het draaien van bollen met de platte beitel, fietste ik met Wil door het Friese landschap.


Langs de Tjonger, met mooie sluisjes en witte huisjes. En door de Lendevallei. De Lende is een meanderend riviertje. En naar het dorp Terherne, waar de film van De Kameleon is opgenomen. Terherne, met het Sneekermeer, met al die zeilen. Friesland.


En tussen de middag zochten we een bankje voor een broodje en praatten we over het leven. Praten over het leven, in alle stilte om je heen. Dat is mooi, dat is prettig. Met al dat groen. Het rustgevende groen van gras. Want overal waar je keek was gras.


En aan het einde van de derde dag, na 185 kilometer fietsen, wist Arris hoe hij de bollen moest maken, met de platte beitel.


Zo was iedereen tevree.

maandag 2 juni 2014

In de prijzen


Voor wie een beetje oplet valt er ook nog wel eens wat te winnen op een weblog.
Op 27 mei was ik de 140.000ste bezoeker van paris-fvdv.blogspot.nl en daarmee de gelukkige winnaar van een gesigneerd exemplaar van het boek Parisiennes herken je aan hun benen van Andy Arnts.

Paris-fvdv.blogspot.nl is de weblog van Ferry van der Vliet. Met iedere keer weer prachtige zwart-witfoto's en uiterst onderhoudende verhalen laat hij ons het andere Parijs zien, het Parijs van buiten de gebaande paden, dat we nog niet kenden. Niet voor niets is zijn blog al twee keer genomineerd voor de Paris Golden Blog Awards.

Maar ondertussen heeft ook de 141.000ste bezoeker Paris-fvdv.blogspot.nl bekeken en worden er tot en met de 150.000ste bezoeker bij elk duizendtal nog negen boeken weggegeven. Kijk maar op de teller. Voor wie een beetje oplet...