vrijdag 24 april 2015

Binnenkijken (1)


Dat is gek. Het huis uit Vroege herinneringen staat te koop. Het is sinds ik er woonde twintig keer zoveel waard geworden. De binnenkant is helemaal veranderd. De deuren in signaalkleuren uit de jaren zestig (grijze deuren voor de slaapkamers, een blauwe deur voor de wc en een gele voor de douche en misschien ook voor de keuken – zodat je nooit misliep) zijn allemaal wit geworden. En verder zie ik waar vroeger een raam tussen de hal en de woonkamer was, een wand in de kleur taupe. Die kleur komt vaker terug. En de schoorsteen waar nu een open haard in is maar waar vroeger een kolenkachel voor stond, staat er ook nog, midden in de woonkamer, zo lijkt het. Dat komt natuurlijk omdat ze de slaapkamer ernaast erbij getrokken hebben en de schoorsteen niet weg konden halen. Maar het heeft wel wat. Er is een raam bij gekomen opzij van het huis en de twee kleine slaapkamers zijn nu één grote kamer geworden. Het enige wat ik nog herken op de foto's op Funda is de granieten drempel onder de deur van de keuken naar het balkon. En dan dat heerlijke platte dak... waar niemand je kon zien, 'omdat het hoger lag dan de huizen eromheen. Als je wilde, kon je er gewoon in je blootje lopen. Maar dat deed je niet natuurlijk.'*

Toen een paleis, nu nog een paleis! Ik ben er nooit meer binnen geweest, maar wat ben ik blij dat ik via Funda nog één keer binnen kan kijken.

* Citaat uit Leendert de Vink, 'Vroege herinneringen', www.huizezeezicht.blogspot.nl, 29 mei 2012.

vrijdag 17 april 2015

Late Rembrandt


Zo dichtbij. Dat heeft iets magisch, betoverends.


De streken, de spatten verf. Alsof het er gisteren op gezet is.


En wat dat doet, die verf... wat je ermee kan...


Nog tot en met 17 mei in het Rijksmuseum!

maandag 13 april 2015

Op het schrijversstrand (10) – Bilderdijk


Hier, aan de rechteroever van de Oude Rijn, woonde de dichter Willem Bilderdijk. Dat is op 't Zand. Heel vroeger had er in dit gebied een kasteel gestaan met die naam. Daaraan herinnert nog de Sandtlaan. Het kasteel was waar nu het fietspad is, voor het oude tolhuis dat er nog staat.

Het oude tolhuis.

Huize Bijdorp, met in de verte de poort naar de tuin.

In de tijd dat Bilderdijk er woonde, was hier een groot buiten: huize Bijdorp. Het huis zelf stond aan de Oude Rijn, aan een straat die, ook nu nog, de Overrijn heet. Daarachter was er een enorme tuin, bijna tot waar het kasteel gestaan had, 'een tuin als een lusthof (...), waarin ook het koetshuis stond, met stalling voor zes paarden, hooizolder en tuinmanswoning (...), met vijvers, een eendenkom, een perceel bos, een moestuin, een boomgaard met exquise vruchtbomen en zelfs een druivenkas'.* In deze tuin stond het huis waar Bilderdijk en zijn gezin in januari 1808 hun intrek namen. Maar het verblijf zou van korte duur zijn. Begin mei waren ze alweer weg. Want Bilderdijk had het er niet naar zijn zin, in Katwijk.

De poort naar de tuin.

Hij zit er dan ook niet vrijwillig. Door de ramp met het kruitschip aan het Leidse Steenschuur op 12 januari 1807 is zijn huis aan de Hogewoerd ontzet en staat op instorten. Bilderdijk en zijn gezin vinden onderdak in Den Haag. Maar in die stad houdt hij het niet uit, door de verstikkende moerasdampen en de volkse drukte op straat. Hij wil weer naar Leiden. Maar daar kan hij door de ramp voorlopig geen woning krijgen. Zodoende zit hij noodgedwongen in Katwijk. In een brief van 27 januari 1808 aan Hendrik Willem Tydeman schrijft hij: 'In Leyden geen woning kunnende krijgen, en in de Haag niet wetende uit te houden van wegens de lucht en 't gewoel, ben ik thands in Katwijk. Niet uit verkiezing, maar uit nood, daar ik nergens een intrek wist te vinden.'

Willem Bilderdijk aan Hendrik Willem Tydeman, brieffragment 27 januari 1808,
Universiteitsbibliotheek Leiden, sign. LTK 1099.

En dat huis in die tuin in Katwijk is ook al niks. In een brief van 19 februari 1808 aan Matthijs Siegenbeek beschrijft hij het als 'een doorvochtig, uitgewoond, en in allen opzichte onbewoonbaar gat van een huis, daar men zich nergens voor wind en kou bewaren kan'.

Willem Bilderdijk aan Matthijs Siegenbeek, brieffragment 19 februari 1808,
Erfgoed Leiden en Omstreken, archiefblok familie (Siegenbeek) Van Heukelom.

In het gedicht 'Mijn buitenverblijf' (Katwijk, 1808) vraagt Bilderdijk zich hardop af wat hij er zoekt, op het platteland van Katwijk:

Mijn Vrienden, 't mag zoo zijn. Ik ben de Haag ontvlucht.
Ik adem, vrij van stank, gewoel, en straatgerucht,
En Haagsche beestlijkheên die voor beleefdheid gelden,
En ruilde 't walglijkst hol voor ruime en frissche velden.
Voorzeker dit 's een goed! wie twijfelt of 't dit zij?
Maar ach! genot van 't Land, is dat gemaakt voor mij?**

Gelukkig, nog voor de zomer kan hij alweer terug naar Leiden, de stad die hij roemt om zijn zuivere lucht.

Willem Bilderdijk, door Charles Howard Hodges, olieverf
op doek, 79 x 63 cm, collectie Rijksmuseum Amsterdam.

Bronnen:
*W.A. Poort, De droom van de dokter. Hij stond aan de wieg van een badplaats. Katwijk, Van der Lee, 1979, p. 6.
**Willem Bilderdijk, 'Mijn buitenververblijf'. In: De dichtwerken van Bilderdijk. Twaalfde deel. Haarlem, A.C. Kruseman, 1858, p. 104-108. Het fragment staat op p. 104.
Peter van Zonneveld, '"Een verkwikkende wijkplaats". Het Hollandse buitenleven in de Nederlandse literatuur'. In: Rob van der Laarse & Yme Kuiper (red.), Beelden van de buitenplaats. Elitevorming en notabelencultuur in Nederland in de negentiende eeuw. Hilversum, Verloren, 2005, pp. 212-213.
Rick Honings & Peter van Zonneveld, m.m.v. Marinus van Hattum, De gefnuikte arend. Het leven Willem Bilderdijk (1756-1831). Amsterdam, Prometheus - Bert Bakker, 2013, pp. 266-273.
Wap, Bilderdijk. Eene bijdrage tot zijn leven en werken. Leiden, E.J. Brill, 1874, p. 92.

Met dank aan Gerard Brouwer, Dik Parlevliet en Rick Honings.

vrijdag 10 april 2015

Het Andreasplein – wat willen de mensen?

De muziektent in het Vondelpark in Amsterdam.

De reacties zijn gepeild: wat willen de mensen?

De mensen willen gewoon een mooi open plein met rondom wat bankjes, wat boompjes op de hoeken, en ergens in het midden of opzij, een mooie, vaste muziektent, waar op warme zomeravonden een orkestje speelt.

Voorbeelden te over van zo'n muziektent. Er is zelfs een bedrijf dat ze nog maakt, geheel volgens de traditie: muziektenten.nl. Ik zou zeggen, beste gemeentebestuurders van Katwijk, heren en dames politici, steek daar nou je licht eens op!

Vergeet dat cultuurhuis, vergeet die duin. Ik hoorde zelfs – en las! – dat er een Katwijkse bakker is die geld aan de gemeente heeft geschonken voor zo'n vaste muziektent!

donderdag 2 april 2015

Dat eeuwige gerommel op het Andreasplein

Open brief aan de gemeente Katwijk

Het houdt maar niet op met het Andreasplein. Na de plannen voor een cultuurhuis zijn er nu plannen om een duinlandschap op het plein los te laten. Om de duinen naar het dorp te brengen. Dan hoef je er zelf niet heen. Maar hebben we gevraagd om een duin in het dorp? Nee, want voor wie het niet weet: die duinen liggen voor de Katwijkers vlakbij, ten noorden en ten zuiden van datzelfde dorp. Maar zo ver zijn die nieuwe ontwerpers niet gekomen. Ze hebben nog een reden voor dat duin op zo’n beetje het enige normale plein dat Katwijk rijk is: omdat de kerk ooit met wat duinen op de achtergrond op een romantisch schilderij gezet is. Ja, zo ken ik er nog wel eentje. Weet u dat er vroeger, heel vroeger, mammoeten rondliepen over het Andreasplein, toen wij er nog helemaal niet waren? Kortom: allemaal valse argumenten om het plein weer op de schop te kunnen nemen, maar vooral om weer eens flink in de geldbuidel te kunnen tasten.


Daarvoor moest eerst al bijna het waterkunstwerk sneuvelen en ook bijna de vissen die rond het kunstwerk en richting zee zwemmen. Ja, daar is wel eens iemand over gestruikeld, werd er gezegd. Nog zo’n argument van niks waarmee geprobeerd wordt om de nieuwe plannen door te drukken.

Maar: mag ik de gemeente erop wijzen dat het hele waterkunstwerk, inclusief de vissen en de daarop aangebrachte tekst, volgens de wet auteursrechtelijk wordt beschermd. Dat betekent dat de gemeente niets aan dit kunstwerk mag veranderen en dat het moet blijven zoals het nu is.

Het waterkunstwerk is destijds in opdracht van de gemeente Katwijk ontworpen door de ontwerpers van Handle with care onder leiding van Sjoerd Hoogma en beeldend kunstenaar Alice Helenklaken. Mij werd gevraagd om de tekst voor het kunstwerk te leveren. De tekst moest, ook in opdracht van de gemeente Katwijk, gaan over Katwijk en de visserij. De zin die ik heb gekozen, is afkomstig uit het handschrift van een Katwijkse bomschuitschipper, Leendert Buijsertszoon van der Plas, van omstreeks 1779. De tekst luidt: De zeyltyes opgedoukt / ent schuytye vast / gaad elk naa seyn huys / todt de klink gaadt. In hedendaags Nederlands: ‘Nadat de zeiltjes zijn opgedoekt en het schuitje is vastgelegd, gaat iedereen naar huis, tot de bekkenslag van de dorpsomroeper klinkt.’ Deze zin legt vanuit het verleden een verbinding met de huidige tijd: de vissers komen met hun schuit op het strand aan, gaan naar hun huis en gaan daarna weer naar het strand terug voor de visafslag. De visafslag symboliseert de handel, die zich ook nu nog grotendeels in het centrum van het zeedorp afspeelt. En zonder het dorp met name te noemen, gaat de hele zin over Katwijk.

Wij hebben de opdracht van de gemeente Katwijk uitgevoerd, het resultaat is geaccepteerd en daarom maak ik bezwaar tegen de inbreuk die de gemeente Katwijk op het auteursrecht dreigt te gaan maken.

Maar wat ik, als belastingbetaler, ook vooral niet snap: waarom een heel nieuw plan voor een plein dat net vijf jaar geleden helemaal is opgeknapt? In gewoon Nederlands noemen we dit kapitaalvernietiging!

Het waterkunstwerk ligt daar fantastisch in de ruimte, op een plein met zandgele stenen, die mooi overgaan in de oude kerkmuur. De oude kerkmuur, met daarachter een pracht van een monument. Daar ga je niet aan rommelen, met een duinlandschap of een plantsoen.

Beste gemeente Katwijk,

Laat het Andreasplein nu eindelijk eens met rust! Laat er muziekkorpsen overheen marcheren en zet er op Koningsdag een gezellige muziektent neer. Want dan is het feest, op het enige echte plein dat Katwijk rijk is!