dinsdag 8 maart 2016

Middagje cultuur snuiven


Zondag waren we weer eens in het Concertgebouw, voor de broodnodige ontspanning. Het Nederlands Philharmonisch Orkest speelde het tweede pianoconcert van Brahms en de vijfde symfonie van Sibelius. Lars Vogt zat aan de vleugel. Iedere keer dat hij een stuk gespeeld had, gingen zijn handen theatraal de lucht in. Het geheel stond onder leiding van de nog jonge dirigent Marc Albrecht. Buiten regende het. Weer voor muziek. En wat voor muziek. Want hoe al die instrumenten met hun verschillende geluiden zo naadloos in elkaar overgaan en op elkaar aansluiten is iedere keer weer verbluffend om te horen. Pure perfectie!


En ook, een training voor jezelf, in luisteren, stilzitten, even twee uur geen gevangene van je telefoon. Noem het meditatie. Als je je ogen dichtdoet merk je niet dat er apart een pianist aan het spelen is. En al die zoemende violen in dat stuk van Sibelius, net bijen. Of waren het muggen, als ik aan Finland denk. Het geluid van de bassen, zonder strijkstok, ploink ploink, ploink, ploink. De hoorns, de trompetten en trombones, de fagot. Machtig!


In het programma lezen we: 'Kern van de finale is wel het mooiste mozaïeksteentje van deze symfonie en wellicht één van de meest indrukwekkende thema's die Sibelius ooit heeft bedacht. Zoals hij zich herinnert in een dagboekaantekening van 21 april 1915: "Vandaag tussen tien en elf uur zag ik 16 zwanen. Eén van mijn mooiste ervaringen! Mijn God, welk een schoonheid! Ze cirkelden lange tijd boven me en verdwenen toen in de nevel van de zon als een glinsterend zilveren lint. Hun roep leek op die van een kraanvogel, maar dan zonder tremolo en met een meer trompetachtig geluid." Meteen was het Sibelius duidelijk dat hun kreet de bekroning van zijn Symfonie nr. 5 zou worden. Hij had gelijk, want, hoewel het nauwelijks meer dan een golvende beweging van intervallen is, maakt deze indrukwekkende melodie de Symfonie nr. 5 tot een lieveling van het publiek.'*


Een publiek van veel grijze hoofden. Maar daar mag ik mezelf toch ook wel toe rekenen – als ik naar m'n haar kijk.


Na de hoge cultuur daalden we af naar de wat meer bohemienachtige sferen van Kapitein Zeppos. We hebben er heerlijk gegeten.


Je vindt dit restaurant (eetcafé en muziekcafé) in het straatje met het meest gejatte straatnaambord van Amsterdam. Tot voor kort. Want in plaats van op een bord hebben ze de naam uiteindelijk maar op de muur geschilderd: 'Gebed zonder end'.

* Citaat uit het programma door Kees Wisse.

2 opmerkingen:

  1. Zo te zien en te lezenw was het weer een heerlijk middag in onze hoofdstad. Het Concertgebouw is in mijn ogen een van de mooiste plekken op aarde, terwijl het indertijd gewoon uit bakstenen in een weiland is opgetrokken. 150 jaar geleden graasden er nog koeien op de plek van het podium. Hun geloei heeft plaatsgemaakt voor hemelse klanken.

    BeantwoordenVerwijderen