zaterdag 30 augustus 2014

Daar zit je dan

De hof van Zorro.

Ja, Zorro, je krijgt een andere dierenarts. Want dokter Brandt houdt ermee op. De dokter die altijd poekiepoekie tegen je zei en waar je helemaal niet bang voor was. Hij gaat, net als jij, tuinieren.

vrijdag 29 augustus 2014

donderdag 28 augustus 2014

woensdag 27 augustus 2014

Goed toeven (1)


En ook al vertrekt er allang geen veerboot meer – daarvoor moet je in Holwerd zijn –, het is er goed toeven, bij de Zwarte Haan.

dinsdag 26 augustus 2014

Met de veerboot van Zwarte Haan naar Ameland (2)

Veerboot 'Waddenzee' van rederij Olivier en Van der Geest. Ca. 1947.
Veerboot 'Waddenzee' van rederij Olivier en Van der Geest. Ca. 1947.
Fotograaf onbekend. Bildts Dokumintasysintrum, nr. beht33.
De rederij onderhield de veerdienst van 1932 tot 1948.

Dat was gewoon een feest!

maandag 25 augustus 2014

Met de veerboot van Zwarte Haan naar Ameland (1)

Veerboot 'Willi' aan de steiger bij Zwarte Haan. Ca. 1920.
Veerboot 'Willi' aan de steiger bij Zwarte Haan. Ca. 1920. Foto: Gerrit Jaaps de Jong.
Bildts Dokumintasysintrum, nr. 90319.

Tot 1948 vertrok hier de veerboot naar Ameland. Hou je hoed vast!

zondag 24 augustus 2014

Het Bildt

Zeedijk bij Zwarte Haan (het Bildt, Friesland)
De zeedijk bij Zwarte Haan.

Het Bildt vormt het bovenste gedeelte van de vroegere Middelzee, die met een boog door Friesland helemaal tot aan Bolsward liep. In de middeleeuwen slibde de Middelzee naar het noorden toe steeds verder dicht. Om de zoveel tijd werd het nieuw ontstane land ingedijkt. De voorlopig laatste dijk die werd aangelegd was die tussen Beetgumermolen en Britsum. Dat was rond 1300. Het Bildt was toen nog water. Maar ten noorden van de dijk slibde het land toch weer op, het 'bilde op'. Dat is waar de naam 'het Bildt' vandaan komt. In 1505 werd het opgeslibde land, werden de kwelders ingedijkt, met een dijk van ruim 14 kilometer lang, de tegenwoordige Oudebildtdijk. Dat gebeurde in 261 dagen met schep en kruiwagen door ongeveer 1500 arbeiders, voornamelijk uit Zuid-Holland, maar ook uit Noord-Holland, Zeeland en Brabant. De inpolderaars bleven in de streek wonen en zo ontstond een nieuw dialect dat we het Bildts noemen. Het is een mengvorm van Zuid-Hollandse dialecten en het Fries uit de omgeving.
In de zeventiende eeuw werd de Nieuwe Bildtdijk aangelegd en verloor de Oudebildtdijk zijn functie, in de twintigste eeuw volgde de huidige zeedijk waardoor ook de Nieuwe Bildtdijk geen functie meer had. Zwarte Haan ligt op de Nieuwe Bildtdijk. Tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw vertrok hier de veerboot naar Ameland.

zaterdag 23 augustus 2014

vrijdag 22 augustus 2014

O, Ameland

Ameland, gezien vanaf de dijk bij Zwarte Haan (Het Bildt, Friesland)

Ameland, gezien vanaf de dijk bij Zwarte Haan (het Bildt, Friesland).

zaterdag 16 augustus 2014

Op het schrijversstrand (3)

Het was een eind lopen, voor de familie Wolkers, om op het Katwijkse strand te komen. Helemaal uit Oegstgeest vandaan. Als ze liepen was dat omdat het zondag was en omdat ze op die dag niet met de tram mochten. De tocht wordt beschreven in het verhaal 'Dominee met strooien hoed' in de bundel Gesponnen suiker.

De wandeling begint in de Deutzstraat, waar ze wonen op nummer 7 en waar vader Wolkers zijn winkel in koloniale waren had. Het is nog vroeg in de ochtend. Ze steken over bij de splitsing met de katholieke kerk. Als ze er voorbij komen gaat deze net uit. 'Kijk, die smerige roomsen zijn er altijd vroeg bij, hoorde ik vader zeggen. Die hebben wel wat over voor hun dwaalleer.'
Daarna gaat het verder helemaal de Rhijngeesterstraatweg en de Dorpsstraat door tot over de brug bij het Groene Kerkje. Het is een hele optocht, met de drie kinderen, Jan en zijn broer en zus, voorop, en vader en moeder met de kinderwagen met de baby daarachter.  Bij de brug gaan ze 'meteen linksaf een pad op dat vlak langs het water liep. Het was een smal hol pad dat door vissers en tuinders in het gras en de kleigrond was uitgesleten.'

Het pad langs het water. Over de brug met de A44 is molen
'De hoop doet leven' zichtbaar, nog geschilderd door Monet.

De situatie in 2014. Het pad is er niet meer. Iets naar rechts is een fietspad dat onder
de A44 door gaat. Na de tunnel buigt het fietspad af naar links en dan naar rechts en
loopt verder langs het Oegstgeesterkanaal. De molen van Monet kon door de
oprukkende bebouwing van de bloemenveiling niet langer blijven staan
en is verplaatst naar een plek langs de Haarlemmer Trekvaart bij Voorhout.

Dat water is het Oegstgeesterkanaal. 'Hoe dichter we Rijnsburg naderden, hoe meer rotte uien er in het okerkleurige water dreven, tussen de eilanden van algen, die door de zon aan de bovenkant lichtgeel waren geworden. Soms schoot er een school rietvoorns tussendoor, waarvan alleen de rode vinnen zichtbaar waren.' Als ze bij de bloemenveiling komen, liggen er 'zoveel bossen bloemen in het water dat het de weerspiegeling leek van een tropisch oerwoud.'

Voorbij de tunnel. Het pad langs het water is nu een heerlijk fietspad,
waar je lekker overheen kan zoeven als je de wind in de rug hebt.

Een eind voor de brug waarover de stoomtram aan komt rijden, blijven ze staan. Als ze de rails oversteken, is 'er van de stoomtram alleen nog maar de achterkant te zien, een klein ijzeren balkon vol witte jurken en kleurige strikken dat in een wolk van stoom de groentevelden inschoot.'
Voorbij de rails wordt het pad breder en loopt het ook niet meer langs het water. Ze lopen dan waar nu industriegebied 't Heen is. Het is nog ver voor de oorlog. 'De groentevelden waren aan weerszijden aan het oog onttrokken door grote vlierstruiken, waarvan de toppen soms over het pad heen in elkaar groeiden, zodat het als je in de verte keek was of je door een holletje in je hand tuurde. Onder de vlieren groeiden hoge brandnetels en braamstruiken.'


'Halverwege het pad stonden twee kalkovens. Vreemde lichtgrijze bouwwerken, met het lijf van een molen, een rond dak waaruit in het midden een dikke pijp groeide. Ze leken nog het meest op grote flessen, maar konden ook door termieten gebouwd zijn.' Als Jan en zijn broer erlangs komen, stoppen ze hun zakken vol met schelpen.

Er is nog één kalkoven over. Een eenzaam monument.
In combinatie met de tweede oven is op deze plaats tot
1971 door de N.V. Kalkfabriek 'Rijnland' schelpkalk
gefabriceerd. Bron: ANWB-bord.

Ze komen al dichter bij zee. 'Achter de bomen waren de duinen nu vlakbij gekomen. De eerste groen, met fris, kort gras, als bulten weiland, waar rechthoekige stukken omgespit leken, door de roodbruine netten die er te drogen lagen.' Dat moet het wantveld geweest zijn, waar ze langskomen. 'Daarachter de echte duinen, blauwgrijs van helm en duindoorns. Links was het kanaal ineens weer vlak naast ons gekomen, maar in de diepte, zodat ik aan de ansichtkaarten moest denken die tante Jo ons uit Zwitserland gestuurd had.' Dat kanaal in de diepte zal de binnenwatering zijn.
Dan, na heel lang lopen, zijn ze bij het strand. 'Ineens was er het zachte ruisen van de branding. De lucht hing vol kleurige vliegers. Vanachter de behelmde duinenrij klonken vrolijke stemmen, zo helder, dat de hemel van glas leek.' En moeten ze oppassen met oversteken. 'Gelijk oversteken, zei vader. Die automobilisten vliegen hier maar met een vaart van veertig kilometer voorbij of ze alleen op de wereld zijn.' Toen al. Voor ze op het strand zijn, rent Jan alvast vooruit, de basaltblokken van de uitwatering op, waar hij bij de vissers blijft staan kijken. Ze gaan linksaf het stille strand op, waar het ondanks het vroege uur al druk is.
In het verhaal gaan Jan en zijn zus die ochtend dan eerst met vader naar de kerk. Zijn broer en moeder met de baby blijven achter op het strand. De rest van de dag maakt Jan nog van alles mee in de duinen en op het strand. Hij komt die middag ook de dominee weer tegen, met een strooien hoed op en een badpak aan. 'De bandjes van zijn badpak waren zo ver omlaaggeschoven dat zijn twee donkerbruine tepels zichtbaar waren waar zwarte haren uit krulden, zijn handen lagen op zijn dijen met de handpalmen naar boven gedraaid.'

Is er nog meer herkenbaars in het verhaal 'Dominee met strooien hoed'? Jazeker. Want wie herinnert zich niet de blauwe bordjes achter het prikkeldraad in de zeereep waarop in witte letters stond: VERBODEN ZICH IN DE HELM TE BEVINDEN. Waar zijn ze gebleven? De M op de bordjes werd vaak weggekrast. En de tenten op het strand, ver voor mijn eigen tijd, hebben oranje met witte strepen. Dat brengt dan nog wat kleur in de zwart-witfoto's van die tijd.

Zwart-wit foto's uit Jan Wolkers, Werkkleding. Amsterdam [enz.], Elsevier, 1971, p. 21.
Citaten uit Jan Wolkers, 'Dominee met strooien hoed', in Gesponnen suiker. 20e dr. Amsterdam, Meulenhoff, 1967, pp. 9-48.

vrijdag 8 augustus 2014

Op het schrijversstrand (2)

'Aan het stille strand in Katwijk aan Zee in 1931.'

En wat zo frappant is, is dat Jan Wolkers, hier op de foto voor zijn moeder, op precies hetzelfde stukje strand zat als Wim Hermans. Er zullen misschien wat meters tussen gezeten hebben, maar de gezinnen zijn, met een tijdsverschil van een jaar, op zijn hoogst twee jaar, op precies dezelfde plek voor de villa's 't Waerle en Hoogcate neergestreken. Maar het gezin Wolkers kwam daar vaker en vast ook eerder.
En dan zou het zomaar kunnen dat de schrijvers elkaar daar zijn tegengekomen, niet wetende wie zij waren of wat voor gemeenschappelijke toekomst zij tegemoet zouden gaan. Misschien hebben ze nog met elkaar staan scheppen, een hoge berg of een diepe kuil of een heel mooi zandkasteel, of hebben ze elkaar nog omgegooid in het zwinnetje, dat warme watertje dat bij eb op het strand ontstaat en waar kinderen altijd in plassen.

Willem Frederik Hermans op het strand van Katwijk, uiterlijk in 1930.

Was dit de plek waar toekomstige schrijvers de geest kregen? In ieder geval hebben beiden, Hermans en Wolkers, op zeer jonge leeftijd, Hermans was acht op zijn hoogst, Wolkers vijf, hetzelfde uitzicht gehad, waarna zij een groot oeuvre bij elkaar schreven.


Hier nog een foto van Jan voor zijn moeder, van twee jaar later, augustus 1933, hij is dan zeven, met zijn 'geliefde blauwe vis. Het jaar daarop zou de eb hem van mij meenemen naar de verre horizon. Vaak als ik langs het strand loop hoop ik dat hij nog eens door teer, stront en stookolie heen naar me terug zal drijven.' Weer op hetzelfde stukje strand, met op het duin villa Allegonda.

Wordt het niet eens tijd voor een groots monument, op dit literaire stukje strand!

Bronnen:
Foto's en citaten Jan Wolkers, Werkkleding, Amsterdam [enz.], Elsevier, 1971, pp. 15-16.
Foto Willem Frederik Hermans, Fotobiografie, Amsterdam, Thomas Rap, 1969, p. 119.

Met dank aan Gerard Brouwer voor het aanreiken van de bovenste foto en daarmee het idee voor deze prettige gedachten.

maandag 4 augustus 2014