donderdag 17 september 2015

Op het schrijversstrand (12) – Andersen

Hans Christian Andersen – Foto: Thora Hallager, 1869.

Dit is geen sprookje. In 1866 was de Deense schrijver Hans Christian Andersen op het schrijversstrand. Hij was daar met Johannes Kneppelhout, onder andere om er de uitwateringssluizen te bewonderen. Hij schrijft erover in een brief aan Henriette Collin:

Aan Henriette Collin
Den Haag, 22 maart 1866

Lieve mevrouw Collin!

Hedenmorgen nog zal ik in een keer van Den Haag naar Antwerpen reizen en vandaar verder over Brussel naar Parijs, waar ik tegen het eind van de maand verwacht te arriveren, zodat ik twee april in Parijs kan doorbrengen waar ik bij de Deense Delegatie brieven van mijn vrienden en vriendinnen hoop te vinden, die aan mijn feestdag hebben gedacht. Vanuit Leiden heb ik een brief gestuurd aan Hartmann en daarbij een korte brief aan uw man gevoegd, zodat hij, u en mijn vrienden binnen uw familie zouden kunnen lezen hoe het met me ging. Hij heeft dat briefje vast gekregen. Ik weet niet of ik daarin verteld heb van het mooie uitstapje dat ik met Kneppelhout gemaakt heb naar de duinen van Katwijk, waar ik de geweldige sluizen heb gezien waardoor de Rijn de zee instroomt. (...)

Een hartelijke groet H.C. Andersen

Dat 'uitstapje' moet in de dagen voor zondag 18 maart 1866 hebben plaatsgevonden. Andersen verblijft dan een paar dagen in Leiden bij Kneppelhout.


De zeesluizen bij Katwijk waren in de tijd dat Andersen ze bezocht al ruim een halve eeuw in bedrijf maar nog steeds een grote bezienswaardigheid en interessant genoeg om aan buitenlandse bezoekers te laten zien. In 1804 was begonnen met de aanleg ervan en in 1807 werden ze in aanwezigheid van koning Lodewijk Napoleon in gebruik gesteld. Zijn grote broer Napoleon Bonaparte was zelfs ook nog komen kijken, op 24 oktober 1811.

Bron: Hans Christian Andersen, Nooit rijk, nooit tevreden, nooit verliefd. Een keuze uit zijn dagboeken en brieven. Bezorgd, vertaald, van noten en een voorwoord voorzien door Edith Koenders. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1998, pp. 205-208. Privé-domein Nr. 225.

Met dank aan Willem van der Plas voor de tip.

donderdag 10 september 2015

In een Amsterdamse etalage

Gefotografeerd door een in Amsterdam woonachtige Katwijker.

Verdwaald? Op drift geraakt? Zo'n bootje is, in ieder geval ook buiten het dorp, een geliefd verzamelobject.

zaterdag 5 september 2015

Langs de windjammers – Sail 2015


Een zomerse zaterdag, twee weken geleden. Het vergt nog heel wat stuurmanskunst om in de stroom te komen.


Dan weer een stukje vooruit, dan weer achteruit. Een groot en traag lichaam van boten en bootjes, als magneten aan elkaar geklit. Als je bootje te licht was, zou het er zomaar tussenuit kunnen ploppen. Het effect van de ballenbak. Duwen, wachten, stukje terug. Van het water van het IJ is haast niks meer te zien. Achter ons is glasgerinkel. De boeg van een schip boort zich in de patrijspoort van ander schip. Duwen, wachten...


Tot we loskomen, en in een vertraagde film glijden van 6 km per uur. Het staat op de borden. Harder mag niet, kan niet. Tijd genoeg voor het maken van plaatjes.

De Götheborg, met links op de voorgrond een vissersbootje uit IJmuiden.
Zoals van de Götheborg, een replica van een Zweedse Oost-Indiëvaarder uit de achttiende eeuw.

De Sedov.
Of de Sedov uit 1921, gebouwd als de Duitse Magdalene Vinnen II, die met kolen en graan op Chili en Australië voer. Na de Tweede Wereldoorlog wordt het schip als herstelbetaling overgedragen aan de Sovjet-Unie en krijgt het zijn huidige naam.